De belangrijkste taal ter wereld
is de taal van de glimlach
In de tijd, toen de vlinders geschapen werden, gebeurde het, dat er op het laatst één overbleef, waarvoor er geen lichaam meer over was. Ook geen vleugels, geen voelsprieten, niets van al die dingen, die zijn broers en zusters, die als prachtige bloemen door de lucht fladderden, zo hadden.
Hij bleef eenvoudigweg onzichtbaar.
In het begin wist hij dat niet en liet hij zich, evenals die anderen, door de wind dragen, streek op de bloemen neer om ze, naar hij meende, door zijn aanwezigheid nog mooier te maken.
Tenslotte, op een goeie dag, viel het hem toch op: niemand lette op hem, ja, soms botste hij zelfs tegen zijn soortgenoten aan, hoewel hij steeds goed oppaste en alleen op bloemen ging zitten, die nog vrij waren. Want – en dat kon hij dus niet weten – die anderen zagen hem niet.
En toen begreep hij, dat hij misschien wel onzichtbaar moest zijn. Eigenlijk had hij dat al vroeger kunnen merken, want zichzelf zag hij natuurlijk ook niet. Dat had hem immers nooit gestoord. Hij dacht, het is voldoende wanneer mijn schoonheid voor de anderen zichtbaar is, ik hoef dat niet te zien.
Maar het feit, dat hij voor niemand zichtbaar was, maakte hem toch zeer verdrietig. En hij vloog dan ook rechtstreeks naar de Schepper van al het leven en beklaagde zich bitter.
Deze keek de onzichtbare vlinder lang en nadenkend aan en zei tenslotte: „Ik kan je begrijpen. Maar het werk is klaar. Inderdaad is er niets, maar ook helemaal niets meer, wat ik jou zou kunnen geven. En bovendien, als jij een lichaam zou hebben met vleugels en voelsprieten en zoal, dan zou je ook moeten sterven, zoals alle levende wezens. Zou je dat willen?“
„Ja“, zei daarop de onzichtbare vlinder, „als ik daarvoor een leven lang anderen een plezier zou kunnen doen? Dan zou ik ten slotte ook willen sterven.“
De Schepper was toen zeer onder de indruk, want dat hoorde hij toch wel voor de eerste keer. Hij dacht lang, heel lang na en zei tenslotte: „Ik wil jouw wens vervullen. Je zult van nu af aan zichtbaar zijn, maar sterven zal je niet. Daarom geef ik je ook geen eigen lichaam.
Ga naar de mensen en wees hun glimlach.“
Dieter J Baumgart
transl.: Gertrude Gröninger - van der Eb, Niederlande